Ik vlieg met KLM van Brussel naar Lima. Nou ja, niet helemaal. Vraag me niet waarom, maar als je met KLM van Brussel naar Lima vliegt, dan moet je dus eerst met de trein naar Brussel en vanuit Brussel weer terug met de Thalys naar Schiphol. Daarna kun je pas gaan vliegen. Zodoende vertrek ik om 06.00 uur vanuit huis richting Brussel met de bedoeling om vanuit Brussel de trein naar Schiphol te nemen. Een beetje omslachtig, maar het scheelt ruim driehonderd euro.
Met vertraging naar Lima
Op de heenweg naar Brussel houdt de trein, vlak voor Rotterdam, stil. Vertraging. Er gaan tien minuten voorbij. Er wordt omgeroepen dat er een “andere trein op de wissel staat, waar we niet langs kunnen”. De tijd verstrijkt en mijn hogesnelheidstrein naar Brussel blijkt toch niet zo snel. Na nogmaals tien minuten begin ik mij zorgen te maken of ik mijn trein terug naar Schiphol ga halen. Om in te checken vereist KLM een afgestempeld treinbiljet vanuit Brussel, dus snel even uitstappen in Rotterdam is niet mogelijk.
"die trein en dus ook het vliegtuig, ga ik niet halen"
Een half uur verder laat ik het los: die trein en dus ook het vliegtuig, ga ik niet halen. Ik bel naar KLM. De aardige mevrouw aan de andere kant van de lijn leeft met me mee maar weet het ook niet: “rij maar naar Schiphol, daar is een KLM balie, en daar helpen ze je verder”.
Met een uur vertraging kom ik dan eindelijk aan in Brussel. Ik moet twee uur wachten voor de eerstvolgende trein terug naar Schiphol. Die neem ik dan maar en, inmiddels zes uur (!?) verder, kom ik aan op Schiphol. Bij de KLM balie weten ze raad: ik heb de vlucht dan wel gemist maar ik kan om vijf uur ‘s middags naar Madrid en van daaruit naar Lima.
Pfffffft…. een lang verhaal kort? Na dertig uur kom ik aan op Lima airport. Half vijf ‘ s ochtends en ik ben zo gaar als boter. Gelukkig brengt mijn taxi me veilig naar mijn hotel Casa de Baraybar. Veel tijd heb ik niet! Om 10.00 word ik verwacht aan een tour deel te nemen, te filmen en het een en ander van de stad te gaan zien.
Culinaire tour in Lima
Dus snel een dutje, douchen en hop daar gaan we. Het blijkt een culinaire tour. Onze gids neemt ons mee naar de markt voor een keur aan verse, lokale en bijzondere ingredienten. En zo sta ik om 11.00 uur ’s ochtends vissen te keuren; heilbot, zwaardvis, krab en garnalen. En ook aardappels; die in Peru in meer dan 3000 soorten voorkomen, zo laat ik me vertellen. We proeven verschillende soorten fruit; mango, dragonfruit en andere zoete vruchten waarvan ik het bestaan niet eerder wist.
Pisco Sour in Lima
En dan is de beurt aan ons; want een culinaire tour is niet compleet zonder zelf een gerecht te bereiden. Voor ik het weet sta ik achter de bar en maak ik een Pisco Sour; een lokale cocktail die bestaat uit een sterke drank van druiven (Pisco), geklopt eiwit, limoensap en suikersiroop. Flink schudden, nog wat kaneelaroma bovenop en klaar is Kees! Zonder besef van tijd smaakt deze cocktail me bijzonder goed! Ik besluit dat dit land me wel bevalt!
Mijn reisgenoten maken Ceviche; een bijzonder gerecht met verse vis in citroensap met dun gesneden rode ui, witte mais en aardappeltjes. Nooit gegeten? Moet je doen, heerlijk!
Drie-gangen lunch in La Rosa Nautica, Lima
De gastronomische tour is een verrassing; na de Pisco Sour en de Ceviche wordt ons een driegangenlunch aangeboden in La Rosa Nautica; een chique restaurant aan de kust van Lima. Vanuit het restaurant zien we hoe surfers de golven bedwingen terwijl het ons culinair aan niets ontbreekt.
Tour door historisch Lima
Time flies; want even later worden we opgehaald voor de tour door ‘historic Lima’. In vogelvlucht zien we Lima’s hoogtepunten: grote pleinen, musea, kerken en kloosters. Om acht uur ‘s avonds waggel ik naar mijn hotelletje waar ik compleet voldaan op mijn veel te harde matras neer val.
Pech door Peru gaat verder
En dan gaat de wekker om vijf uur ’s ochtends. Life goes on en de bus wacht voor Paracas; een klein stadje zo’n 260 kilometer ten zuiden van Lima. Een comfortabele bus en de reis verloopt zoals gepland. In Paracas aangekomen brengt een minibusje me naar mijn hotel. Ik ben moe en fris me eerst een beetje op. Na een uurtje voel ik me weer goed en ben ik klaar om Paracas te verkennen. Ik zoek mijn camera en kan ‘m niet vinden. Waar is mijn camera? In de bus laten liggen? Oeps, wat nu? Ik zoek mijn jas en ook deze zit niet meer in mijn rugzak. En erger nog; mijn portomonnee….. O nee, die zat in de zak van mijn jas!
"Do you know which bus it was?"
If something goes wrong…… enigszins verontrust loop ik naar de receptie. Karen; de receptioniste spreekt gelukkig Engels en ik leg haar uit dat ik (sukkel) waarschijnlijk mijn camera en jas in het busje heb laten liggen. “Do you know which bus it was?” Ik heb geen idee. Het is een lieve meid en ze helpt me enorm door verschillende touroperators te bellen. Bij touroperator nummer drie heeft ze beet. De touroperator belooft in het busje te kijken of daar wat ligt. Peru. Een land met een gemiddeld maandinkomen van circa 250 euro. Ga ik mijn camera, jas en portemonnee nog terugzien?
Hoe ga ik dit oplossen?
Langzaam realiseer ik me mijn verlies, hoe ga ik dit oplossen? Daarnaast heb ik ook honger, en geen geld om iets te kopen. Maar dat vind ik nog het minst erg. Mijn camera, mijn creditcards, mijn jas, hoe kon ik zo stom zijn? Ik voel me zo dom! Hoewel ik de rust nog kan behouden, begint het paniekstemmetje steeds luider te klinken. En dan rinkelt de telefoon bij de receptie; Karen komt naar me toe: “they found your camera, but not your jacket”. Okay. Nee, niet okay. Ik weet het even niet meer. Karen vertelt me dat ze de camera komen brengen. Even later komt er inderdaad een vrouw met mijn camera. Foei, die heb ik in elk geval terug, maar liever had ik mijn jas en portemonnee gehad.
De vrouw vraagt me naar mijn jas. Waar heb ik ‘m gelaten? Waar zou die kunnen liggen? In een andere bus achter gelaten misschien? En zo staan we tien minuten te bedenken wat er met mijn jas (en portemonnee) is gebeurd. Ik wil zo snel mogelijk mijn bankpassen en creditcards blokkeren en vraag me af hoe ik in hemelsnaam aan geld moet komen. En ik heb honger.
En dan? Dan komt er een brommer aangereden. Met een man. Met mijn jas. Serieus? Ja! Ik sprint naar buiten, vlieg ‘m om de hals en vertel hoeveel ik van ‘m hou: “te amo”, I love you! Mijn jas! En de portemonnee nog volledig gevuld! Ik voel een onvoorstelbare opluchting; if something goes wrong, it doesn’t always go wrong. Van de schrik bekomen loop ik met jas, en camera, en portemonnee, naar de boulevard van Paracas. Ik bestel een Vino Blanco en een Ceviche en geniet als nooit tevoren. Salute! To hell with Murphy!
Comments